Waarom zeggen Belgen goeiendag in de straat en Nederlanders niet

Waarom zeggen Belgen goeiendag in de straat en Nederlanders niet

De kracht van een simpele goeiendag

Wie in Vlaanderen door een dorp wandelt, merkt het meteen: mensen zeggen spontaan goeiendag wanneer je elkaar kruist. In Nederland gebeurt dat veel minder, zeker in de Randstad. Voor Belgen voelt dat vaak wat koel aan, terwijl Nederlanders het soms vreemd vinden dat onbekenden hen aanspreken. Hoe komt dat verschil tot stand, en wat zegt het over de Belgische leefwereld?

Historische wortels van beleefdheid in België

België heeft een lange traditie van beleefde afstandelijkheid. In Vlaanderen is er een mix van Bourgondische gezelligheid en katholieke omgangsvormen, waar kleine rituelen belangrijk zijn. Een korte groet in de straat is een veilige manier om te tonen dat je de ander ziet, zonder echt dichtbij te komen. Het is sociaal maar toch gereserveerd, precies wat veel Belgen comfortabel vinden.

Ook het dorpse karakter speelt een rol. Hoewel België verstedelijkt is, wonen veel Vlamingen nog in kleinere gemeenten of kernen waar iedereen elkaar vaag herkent. Een goeiendag wordt dan een soort sociale smeerolie: je hoeft de ander niet goed te kennen, maar je bevestigt wel dat je tot dezelfde buurt behoort.

Nederlandse directheid en andere straatcodes

In Nederland ligt de nadruk vaker op efficiëntie en duidelijkheid. Veel Nederlanders vinden dat je onbekenden niet per se hoeft te groeten, tenzij er een reden is, zoals samen in een wandelgebied of op een camping. De sociale norm in steden als Amsterdam, Rotterdam of Utrecht is: laat elkaar met rust, tenzij er interactie nodig is.

Daarbovenop komt de Nederlandse directheid. Waar Belgen graag wat omwegen gebruiken, gaan Nederlanders sneller recht op hun doel af. Een korte goeiendag zonder verdere inhoud voelt voor sommigen in Nederland overbodig of zelfs ongemakkelijk. De stilte is dan niet asociaal bedoeld, maar gewoon neutraal.

Stad versus dorp in de Belgische context

Ook binnen België zelf is er een duidelijk verschil tussen stad en platteland. In kleinere Vlaamse gemeenten is het bijna automatisch om te groeten, zeker tijdens het wandelen, joggen of fietsen. In grote steden zoals Antwerpen, Brussel of Gent wordt minder vaak iedereen aangesproken. Toch blijft zelfs daar een knikje, glimlach of halve groet gebruikelijker dan in veel Nederlandse steden.

Belgen hechten bovendien sterk aan het idee van gezelligheid. Een vriendelijke blik naar de buschauffeur, een merci bij het uitstappen of een goeiemorgen in de bakker zijn kleine rituelen die het dagelijkse leven herkenbaar maken. Ze geven structuur aan de dag en zorgen voor een gevoel van nabijheid, zelfs met mensen die je nooit echt leert kennen.

Wat we van elkaar kunnen leren

Het verschil in groetcultuur is geen kwestie van beter of slechter, maar van andere verwachtingen. Belgen kunnen leren dat stilte niet altijd onvriendelijk is, en Nederlanders ontdekken in België soms hoe fijn een eenvoudige goeiendag kan zijn. In een tijd waarin veel contacten online verlopen, blijft die kleine, uitgesproken begroeting in de straat een opvallend stukje Belgische leefwereld.