Waarom zeggen Belgen goeiemorgen tegen onbekenden in de straat?

Waarom zeggen Belgen goeiemorgen tegen onbekenden in de straat?

De charme van een simpel goeiemorgen

Wie in België ’s morgens door een dorp wandelt, merkt het meteen: mensen zeggen opvallend vaak goeiemorgen tegen elkaar, ook als ze elkaar niet echt kennen. In steden gebeurt het minder, maar ook daar duikt het op in buurten waar bewoners elkaar geregeld kruisen. Het lijkt een klein gebaar, maar achter dat ene woord schuilt een stukje typisch Belgische leefwereld.

Een mengeling van Vlaams en Waals dorpsleven

De gewoonte om onbekenden te groeten komt vooral uit het dorpsleven, waar iedereen elkaar min of meer van gezicht kent. In Vlaanderen hoor je dan vaak goeiemorgen of dag, in Wallonië bonjour. In faciliteitengemeenten of tweetalige buurten komt er nog eens een mix bij kijken. Veel Belgen schakelen automatisch over naar bonjour of hello zodra ze vermoeden dat de ander geen Nederlands spreekt.

Die flexibiliteit is typisch voor België: het gaat minder om de perfecte taal en meer om het teken van erkenning. Een kort knikje, een glimlach en een goeiemorgen volstaan om te tonen: ik zie je, je bent geen complete onbekende, je deelt deze straat, deze bus of deze tram met mij.

Waarom doen we dat eigenlijk?

Een gevoel van veiligheid en nabijheid

Veel mensen ervaren een begroeting op straat als een vorm van sociale controle, maar dan op een zachte manier. Als je de gezichten in je buurt herkent, voelt een wijk veiliger. Je weet wie er ongeveer rondloopt, wie er aan de halte staat, wie er met jou mee op de bus zit. Dat effect is in kleinere Belgische gemeenten sterker, maar zelfs in stadswijken zie je het als buurtbewoners elkaar regelmatig kruisen.

Opvoeding en beleefdheid

Heel wat Belgen kregen van thuis uit mee dat het beleefd is om mensen te groeten. Ouders zeggen tegen hun kinderen zeg eens goeiedag tegen de buren of ge moogt toch eens dag zeggen tegen de chauffeur. Deze beleefdheid is niet per se diep vriendschappelijk, maar wel een basisvorm van respect. Wie niet groet, wordt soms zelfs als onbeleefd gezien, zeker in kleinere gemeenschappen.

Een mini-pauze in de drukte

Op een gemiddelde werkdag racen we van afspraak naar afspraak. Een korte ontmoeting met een onbekende op straat kan dan verrassend deugd doen. Die halve seconde oogcontact en een goeiemorgen breken de anonimiteit van de dag. Veel Belgen beschrijven het als een klein ritueel dat hen helpt om niet volledig in hun eigen bubbel te verdwijnen.

Verschillen tussen stad en platteland

In grote steden als Brussel of Antwerpen groeten mensen elkaar minder snel uit zichzelf. Toch valt op dat het in parken, op vaste wandelroutes of in rustige woonstraten wél gebruikelijk wordt. Waar er herhaling en herkenning is, duikt de goeiemorgen weer op. Het is dus minder een kwestie van stad versus platteland, en meer van anonimiteit versus vertrouwdheid.

Ook leeftijd speelt mee. Oudere generaties zijn vaak trouwer aan het dagelijkse goeiedag zeggen, terwijl jongere mensen soms eerder knikken of glimlachen dan echt iets zeggen. Toch nemen heel wat jongeren de gewoonte over, zeker als de sfeer in de buurt ernaar is.

Moet je altijd goeiemorgen terugzeggen?

In België is het antwoord meestal ja. Wie begroet wordt, zegt in de regel iets terug, al is het maar een zachte dag of een knik. Het is geen strikte sociale regel, maar wel een impliciete afspraak. Door mee te doen, draag je bij aan een vriendelijkere publieke ruimte. En dat ene woord kost weinig, maar kan iemands dag net dat tikkeltje lichter maken.